hulste.info
skylinehulste
De geschiedenis van het onderwijs in Hulste

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes

Aflevering 5:
Een kijkje in het schoolreglement en het lessenpakket

Tot 1859 zaten jongens en meisjes van het gemeentelijk onderwijs nog samen in het schoolgebouw dat pastoor Van Opstal in 1788 had laten optrekken waar vroeger de KBC-bank gevestigd is (Vlietestraat 159) en dat de gemeente van de parochie mocht gebruiken.

Vanaf 1 oktober 1859 waren jongens en meisjes gescheiden. De jongens trokken naar de nieuwgebouwde gemeenteschool in de Kasteelstraat. De meisjes konden terecht bij ‘Demoiselle Hortence Vandekerckhove, in ‘t Blauwhuis (Brugsestraat 72, 74, 76) dat de gemeente van haar ouders kon huren.
Via het schoolreglement, door de gemeenteraad op 14 augustus 1844 goedgekeurd, komen we meer te weten over het reilen en zeilen van het gemeentelijk onderwijs in Hulste. Hier een greep uit een lijst van 33 artikels uit het schoolreglement:

- De schooluren zijn bepaald van negen tot elf en half, en van een en half tot vier uur.
- De leerlingen moeten op school zijn, ten minste vijf minuten voor het aengaen der klassen; dien tijd versteken zijnde, mogen zij buitengelaten worden.
- De leerlingen moeten net en goed gereynigd zijn.
- De onderwijzers bewaken de leerlingen bij hun inkomen en uitgaen, en gedeurende den speeltijd; zij zorgen dat de zelve zich op eene betamelijke wijze huiswaerts begeven.
- Voor het begin der klassen en na het eindigen der zelve wordt het gebed gedaan.
- Het onderwijs bevat den godsdienst, de zedeleer, het lezen en schrijven, het wettig stelsel der maten en gewichten, de grondbeginselen der rekenkunde, de Vlaemsche of Fransche taal, en daer en boven voor de meisjes het leeren van handwerk, zooals breyen, naeyen en teekenen.

Dit ‘wettig stelsel der maten en gewichten’ was het nieuwe, tiendelig metrieke stelsel. Reeds op 5 augustus 1829 moest de gemeente ‘dit metriek stelsel afhalen ten burele van de arrondissementscommissaris en overhandigen aan de schoolonderwijzer’. Het was dus gedaan met niet-tiendelige maten en gewichten.

- Het individueel onderwijs in klas is uitdrukkelijk verboden.
- De onderwijzer zorgt er voor dat allen gelijk bedeeld worden.
- Hij zorgt er ook voor dat de school altoos zuiver en net zij en tenminste eensdaegs gekuischt worde. Hij doet de zalen voor het inkomen en heengaen der leerlingen verlichten
(verluchten red.).
- De leerlingen dienen ingeschreven te worden in afzonderlijke registers voor de meisjes en de knechtjens. Deze registers behelzen (naast hun geboorteplaats en datum, dag van aankomst en vertrek uit de school, woonplaats en beroep van ouders of voogden) de naem van den pracktezijn door wie zij gevaccineerd zijn.
Dat was in 1844!
- Het schoolgeld is bepaeld op eenen franc per maend voor de betalende leerlingen zonder onderscheid, de verwarming inbegrepen. De maend ingegaen moet voluit betaeld worden.
- Het aannemen van arme kinderen geschiedt overeenkomstig de voorschriften van het Koninklijk Besluit van de 26 mey 1843.

Naast zijn kleine wedde en vergoeding voor woonst kreeg de onderwijzer schoolgeld van ‘betalende’ leerlingen en een vergoeding langs het Bureel van Weldadigheid (OCMW) van de arme leerlingen.
Op 23 januari 1859 werd beslist dat het invorderen der schoolgelden van de vermogende leerlingen voortaan zal gedaan worden door de ontvanger van de gemeentebelastingen en niet meer door de onderwijzer.

- Den doctoor van de armen moet minstens eens per maand de school bezoeken. De leerlingen met eene betrapelijke ziekte moeten naer huis gezonden worden. Zij mogen alleen maar terugkeren voorzien van een certificaat dat zij geheel genezen zijn.
- Lichamelijke straffen zijn niet toegelaten, noch eenige andere die van aard zijn de kinderen moede te maken, of den spot of verachting hunner medeleerlingen opwekkende. Zijn toegelaten: berisping, het buitengewoon lezen of schrijven van eenige reken, het wegzenden van de school.
- De congédagen zijn de Zon- en feestdagen en de dagen die den onderwijzer moet besteden voor het bijwonen van conferentiën, voorgeschreven door de wet.

Hier vind je aflevering 1: Het begin
Hier vind je aflevering 2: Het testament van pastoor Van Opstal
Hier vind je aflevering 3: De gemeenteschool in de gebouwen van de stichting Van Opstal
Hier vind je aflevering 4: Apart onderwijs voor de jongens en de meisjes


[LD - SH]



De weg terug van onze twee basisscholen: een vergeten verhaal

Het ligt niet in onze bedoeling de lezer van deze site terug op de schoolbank te zetten, met vooraan het groene of het zwarte schoolbord. We willen veeleer op verrassingsreis. Want hoe en wanneer onze beide lagere scholen er kwamen is voor de meesten - anno 2024 - een compleet onbekend verhaal, historie van meer dan 200 jaar.
Reeds vóór de Franse Revolutie (1789) was er in Hulste een schoolmeester, maar hoegenaamd nog geen schoolplicht. Gaandeweg begon men meer en meer het belang van het onderwijs in te zien.
Voor de grote ‘doorbraak’ was het wachten op de 20ste eeuw, meer precies op de wet van 1914, die de leerplicht van alle kinderen tussen 6 en 14 jaar invoerde. Maar door de oorlog kwam de wet pas in 1919 in voege.